leidenarchaeologyblog

Zeeland in de IJzertijd: Onderzoek rondom een speciale depositie Boringen zetten in Zeeland

Zeeland in de IJzertijd: Onderzoek rondom een speciale depositie

In Zeeland is archeologisch meer te ontdekken dan we denken. Het dynamische landschap vormt echter een uitdaging als het gaat om archeologisch onderzoek. Wij nemen jullie graag mee op onderzoek in Zeeland!

We zullen ons eerst even voorstellen: Wij zijn Brenda van Schie (19 jaar) en Indy Beerens (20 jaar). Allebei tweedejaars studenten Archeologie aan de Universiteit Leiden met als richting World Archaeology. Dit jaar mochten we voor het eerst keuzenvakken kiezen en voor ons allebei was de keuze gevallen op het vak Surviving the Delta. Hier zat een stage aan verbonden onder begeleiding van Dr. J.A. Mol en Dr. R. Jansen. Tijdens deze stage hebben wij een stukje ijzertijdlandschap bij Grijpskerke op Walcheren in kaart gebracht door middel van het zetten van boringen.

Waarom Walcheren?

Het landschap van Zeeland bestond in de IJzertijd voornamelijk uit veen. Dit kennen we nu als het Hollandveen laagpakket. Door strandwallen langs de kust werd een groot deel van Walcheren afgesloten van de zee. Rond 500 v. Chr. ontstonden er echter openingen in de kust waardoor water kon wegstromen. Het veen ontwaterde en werd bewoonbaar. Dit duurde enkele eeuwen tot Walcheren in de 3e eeuw na Chr. werd getroffen door hevige overstromingen waarbij grote delen van het landschap overspoelden.

Een unieke vondst!

De aanleiding voor ons booronderzoek is een speciale depositie die ruim 20 jaar geleden gevonden is door de boer, de eigenaar van het land. De boer was een natuurlijke oever langs een sloot aan het aanleggen op zijn land. Tijdens het uitgraven van de oever kwam hij een grote hoeveelheid aardewerk tegen. Hij schakelde de provinciaal archeoloog in die vervolgens een kleine opgraving heeft laten uitvoeren.

In een rechthoekige kuil werd ongeveer 600 kilo ijzertijdaardewerk, botten van schapen en runderen, verbrand graan, een vrijwel compleet skelet van een hond, de bekken van een mannelijk skelet en meerdere ovens en braadspithouders gevonden. Uit de scherven zijn inmiddels zo’n 60 potten gereconstrueerd maar waarschijnlijk hebben er ruim 250 potten in de kuil gestaan. De depositie is uniek voor de ijzertijd van Zeeland en Nederland. Zelfs in het hele kustgebied van Frankrijk tot Duitsland is dit de grootste depositie die we kennen.

Foto 2 potten Foto 2 potten
Potten samengesteld uit de scherven van de depositie, te vinden in het depot van Erfgoed Zeeland

Als je dit hoort, komen er natuurlijk veel vragen omhoog. Waar in het landschap is de kuil aangelegd en hoe zag dat landschap eruit? Waar woonden de mensen die dit hebben gedeponeerd? Was het geplaatst met een rituele reden of waren er andere motieven? Wat is de reden om de depositie hier te plaatsen? Dat gingen wij uitzoeken!

Een dag mee op stage

Een veldwerkdag begon om 09.00 uur. Aangekomen bij het veld pakten we onze spullen: de edelmanboor, de guts, schragen, een dakgoot, meetlint en onze boorformulieren. Ploeterend door het weiland kwamen we aan bij de locaties en gingen we aan het werk.

Naast een aantal raaien boringen rondom de vondstlocatie werden de locaties voor het boren bepaald door de verstoringen op de geomagnetische kaart, die eerder tijdens het vooronderzoek
met een magnetometer onder een drone zijn vastgelegd. Deze verstoringen wezen mogelijk op oude sloten, maar misschien ook op andere bodemlagen, misschien een kreekrug of meer depositiekuilen? Rondom de depositielocatie zochten we naar een dikke zandlaag onder het veen. Bij het onderzoek van vorig jaar was namelijk gebleken dat de depositie midden op een zandrug lag. Door deze zandruggen lag het veen hier tijdens de ijzertijd hoger in het landschap waardoor het voor mensen uit de ijzertijd een perfecte plek was om te wonen, aangezien het hoog en droog was.

Edelmannen en gutsen

Iedere boring begonnen we met de edelmanboor om door de klei heen te komen. Uit elke boring legden we het sediment in een dakgoot om het te kunnen bestuderen en de boorformulieren in te vullen. We keken naar het soort sediment, het humusgehalte, de kleur van het sediment en of er planten, schelpen of archeologische resten in het sediment zaten.

Vervolgens boorden we dieper totdat we bij het veen kwamen, dan gingen we over naar de gut. De guts is een smalle boor waarin je het sediment en de overgang van verschillende lagen goed kan zien en dus goed kan bestuderen. Meestal boorden we tot 3-4 m diep!

Foto 3 boring zeeland Foto 3 boring zeeland
Boring gemaakt met een guts, deze toont een zandlaag (lichtbruin) onder het veenlaag (donkerbruin)

Nadat we de juiste diepte hadden bereikt en alle informatie hadden opgeschreven maakten we het gat dicht gemaakt en gingen we verder naar de volgende locatie voor een nieuwe boring. Bij de boringen waarin we een dikke zandlaag onder het veen vonden was de vervolgstap verdichten. Waar eindigt deze zandlaag? Wordt de laag dunner of juist dikker? Zaken die verder onderzocht konden worden aan de hand van meerdere boringen in een raai. Rond 16.00 uur, als het al begon te schemeren, maakten we de spullen schoon en ruimden we alles op. Hierdoor konden we de volgende dag weer met een schone lei beginnen.

Hoe verder...

Na de twee weken stage in Zeeland zijn we alle boringen gaan invoeren in het programma Deborah. Het programma maakt op basis van deze data profielen die ons helpen het landschap nog beter te begrijpen. Hieruit hopen we een overzicht te krijgen van de lagen rondom de depositie en de verstoringen in het landschap wat waardevol is voor verder onderzoek.

Binnenkort opent de tentoonstelling ‘Boven het Maaiveld’ in het Rijksmuseum van Oudheden waarin de meest bijzondere archeologische ontdekkingen van Nederland uit de afgelopen 25 jaar te bewonderen zijn. De depositie in Zeeland staat hier ook tussen. Wil je de objecten dus in het echt zien? Ga dan zeker een keertje langs!

Foto 4 groepsfoto Foto 4 groepsfoto
Team onder leiding van Dr. J.A. Mol en Dr. R. Jansen

0 Comments

Add a comment